Een klok in cafe de Ysbreeker.
De voortrazende tijd.

Die ik probeer te vangen.
Die heb ik wel eens mooier gezien.
Een handschoen en een spoor heb ik op een beladen plek aangetroffen.
Een handschoen zal ik later ook weer bij het spoor zien.
En zo kom ik weer thuis met flarden verhaal en stukjes beeld.
Als een ekster neem ik alles wat in mijn ogen glimt mee.
Ik zag een meisje met een systeem.
En ik kreeg een gedachte.
Oh, die boom heeft een nestje gemaakt waarin een kleintje is uitgekomen.
Maar dat klopt niet.

De takken van de mamma-boom zijn anders, zigzaggerigerig dan van het kleintje. En met knopjes.
Dat kleintje is een koekoeks-boom.