Er komen vier busjes aanrijden. Uit het eerste busje stapt hij en roept enthousiast: Leon! Daarna loopt hij met grote stappen op me af, geeft me een stevige hand en vraagt: Moet ik je kennen?
Nee, hoeft natuurlijk niet. Het was 30 jaar geleden. Maar ik herinner me hém nog wel. Hij is een van de weinige leraren die mij voor altijd bijbleven.
Enthousiast, met grote gebaren. Gert Peek, mijn oude bodemkundeleraar.
Ik had contact gezocht nadat ik in Duitsland, tijdens mijn schatgraafavontuur ineens weer 'thuis kwam'. Of hoe moet ik het zeggen, ik moest, door al dat gegraaf en getuur op kaarten en luchtfoto's, heel erg terugdenken aan mijn tijd in Wageningen en mijn afgebroken studie Landschapsarchitectuur.
Ineens realiseerde ik me ook weer dat ik altijd een zogenaamd 'podzol-profiel' heb willen hebben. En uiteindelijk heb ik er een, op zijn aanwijzingen, zelf gemaakt.
Toen hij vervolgens zei dat deze (wonderschone, als je het mij vraagt) bodem de op één na mooiste van heel Nederland was... heb ik gevraagd of ik mee mocht naar een excursie daarheen.
En dat mocht. We hebben afgesproken op een kruispunt in de buurt van Appelscha en nu ben ik hier.
Gert is in zijn element.
Op weg naar dat mooiste gat van Nederland werd ik even afgeleid door dingen waar de gemiddelde bodemkunde student misschien niet zo op let, maar verder was het als vanouds.
Gert maakt de bodem netjes:
De mooiste bodem van heel Nederland volgens Gert Peek.
Ik vind hem inderdaad adembenemend mooi. Mij gaat het vooral om de schoonheid. De verlopende kleuren en de patronen. Gert's opwinding is een beetje anders.
Dit is een bodem met twee ondoorlatende lagen. Hier wijst hij de zogenaamde 'iron-pan' aan. Een harde laag met veel ijzer. Waar water op blijft staan.
Door die natheid is er veen ontstaan, daar is weer stuifzand (de wittige gestreepte bovenste laag in de foto van de bodem) bovenop terecht gekomen, waardoor dat veen in elkaar gedrukt is en ook ondoordringbaar is geworden. Dat is die donkere laag bij zijn hoedje (waar hij die ijzerhoudende laag aanwijst).
Heel bijzonder. Een geologisch momument. Ik mag er dan ook geen afdruk van maken.
Ik vraag Gert of hij kinderen heeft. Nee. Mijn leerlingen zijn mijn kinderen zegt hij. Dan ben ik op bodemkunde gebied een beetje een verloren zoon. Ik kijk eigenlijk alleen maar naar de schoonheid van de bodem. Twee ondoorlatende lagen zijn bijzonder, dat begrijp ik, maar ik zou ze allebei inruilen voor nog meer kleuren.
Maar op vertel- en vooral inspireer-gebied is toch wel degelijk een van mijn vaders. Ik vind het werkelijk fantastisch om hem bezig te zien. Hoe erg hij samenvalt met wat hij doet. Hij ís bodem. En hoe hij dat kan delen. Hoe hij het vuur kan aanwakkeren.
Meesterlijk.
Daar ga ik een diepere studie van maken. Van hoe dat werkt.
Tegenwoordig is er van alles te doen over 'story-telling'. Wordt mij verteld. Maar dat vind ik op zich niet zo interessant. Puur verhalen vertellen (en mensen noemen mij ook een verhalen verteller) zegt mij niet zo veel. Talk is cheap, nietwaar? Het gaat er om dat je bent en ook doet wat je zegt. Dat je je woorden waarmaakt. Dan maak je verschil. Dan kun je mensen op een bijzondere manier raken.
Zo ga ik mijn studie dan ook noemen: Waarmaken.